Wanneer IOAW
De Wet Inkomensvoorziening Ouderen en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers (hierna: IOAW) voorziet ouderen van een tijdelijke inkomensgarantie op minimumniveau. De IOAW is bedoeld voor werklozen vanaf 50 jaar met een (langdurig) arbeidsverleden en voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten die geen recht hebben op een toeslag via de Toeslagenwet. De werkloze moet minimaal drie maanden lang een WW-uitkering hebben ontvangen. De IOAW gaat in wanneer de WW-uitkering is afgelopen.
Wie heeft recht op een IOAW
Het volgde moet u in acht nemen:
- Voor 50-plussers geldt dat ze verplicht zijn om te solliciteren en daarnaast algemeen geaccepteerd werk moeten aanvaarden.
- Er wordt bij de toekenning en de hoogteberekening rekening gehouden met het totale gezinsinkomen. Als de partner een inkomen heeft, wordt de IOAW-uitkering deels of geheel gekort. Het vermogen blijft wel buiten beschouwing.
- De hoogte van de uitkering is ter hoogte van het sociaal minimum en afgestemd op de individuele situatie. Het kan zijn dat de uitkering 100% bedraagt van het minimumloon, maar het laatste kan ook naar beneden afwijken.
- Voor 60-plussers geldt ook de sollicitatieplicht. Het inkomen van de partner blijft echter buiten beschouwing.
- Mocht er om persoonlijke redenen niet voldaan kunnen worden aan de sollicitatieplicht, dan kan er een tijdelijke ontheffing aangevraagd worden.
- Bovenstaande groepen werknemers hebben alleen recht op een IOAW-uitkering tussen 50 en 60 jaar indien het inkomen per maand van de werkloze werknemer en partner minder bedraagt dat het sociaal minimum. Het relevante sociaal minimum is o.a. afhankelijk van de aanwezigheid van partner en kinderen. De hoogte van de uitkeringen zijn voor gehuwden en samenwonenden € 1.537,20 en voor alleenstaanden €1.237,10 per maand.